Home
Kennis en Economie
   archief april 2006
archief januari 2006
archief december 2005
archief november 2005
archief september 2005
archief augustus 2005
archief juli 2005
archief juni 2005
archief mei 2005
archief april 2005
archief maart 2005
archief februari 2005
archief januari 2005
2004
Recht en Veiligheid
Europa
Jihad vs McWorld
E-government
Nieuwe democratie
Columns
Politici
Overzicht thema`s
Verkiezingen
Tools
Het Belgenrapport
Nieuwsbrief
Colofon
Poldi.Net




Tussen wet en uitvoering staan feit en rechtspraak
Linda Kool Gepost:     vrijdag, 20 februari 2004, 15:00
Van:     < Linda Kool - Redacteur Politiek-digitaal >
URL:     < http://www.politiek-digitaal.nl/colofon/redactie >

Computerprogramma's zijn niet octrooieerbaar staat in de Rijksoctrooiwet van 1995 artikel 2 lid 2 sub c. Daar wordt echter op Europees niveau aan gewerkt. Het Europees Octrooi Bureau, belast met de uitvoering en beoordeling van de aanvragen, verleent wel degelijk octrooi op softwarevindingen en verzocht deze praktijk te legaliseren. Hoe is dat nu eigenlijk ontstaan? Wordt de wet niet uitgevoerd of kan dat helemaal niet?

De code van softwareprogramma's wordt automatisch beschermd door het auteursrecht. Daarin wordt de expressie van het werk beschermd. Het verbiedt deze te kopiëren (plagiaat) of het in de handel te brengen, maar het beschermt niet de ideeën die aan het werk ten grondslag liggen. Een programma met eenzelfde functionaliteit maar met een andere broncode valt buiten het auteursrecht.

De oorzaak
Naarmate software een belangrijker onderdeel van de computer ging vormen, namen de investeringen in de ontwikkeling van software toe, werden de toepassingen breder en de commerciële belangen groter. Bedrijven gingen op zoek naar bescherming voor de werking en functionaliteit van hun software programma's en probeerden octrooi aan te vragen bij het EOB. De eerste zaak waar dit ook lukt, is Vicom (T_0208/84). Het softwareprogramma van Vicom verbetert met wiskundig algoritme de kwaliteit en snelheid van digitale beeldverwerking.


Waarom kregen zij dit octrooi
Om in Europa in aanmerking te komen voor een octrooi moet er een bepaalde technische bijdrage, effect of vooruitgang zijn vast te stellen. Bij conventionele, elektronische apparaten kan daar bijvoorbeeld onder worden verstaan een snellere verwerking van gegevens, een economischer gebruik van geheugen, een verbeterde of handige user interface of een simpelere beeldverwerking. In de Vicom-zaak wordt de beeldverwerking ook verbeterd, echter niet met conventionele electronica, maar met software. Omdat het octrooi werd aangevraagd op de combinatie van computer en software werd het octrooi toegekend. Maar is er eigenlijk een fundamenteel verschil tussen fysieke techniek en software?

Geen verschil
De computer heeft, evenals andere elektronische apparaten, elektrische circuits nodig om de vereiste functies uit te voeren. Aanvankelijk was een fysieke herschikking van de schakelingen in de circuits nodig om het apparaat een andere functie (of functies) uit te laten voeren. Deze herschikking kon sneller en makkelijker uitgevoerd worden met signalen van buitenaf die een groot aantal elektrische schakelingen aansturen. Moderne computers zijn nog maar voorzien van één circuit (een central processing unit, oftwel CPU) dat herhaaldelijk opnieuw geschakeld (geconfigureerd) kan worden door een computerprogramma. Software maakt nu de herschikking mogelijk die het apparaat een andere functie uit laat voeren. Het enige verschil met apparaten die altijd al onder het octrooirecht vielen, is dat het technische effect, de werking, nu door software wordt gecontroleerd. Feitelijk is er dus geen verschil tussen fysieke techniek en software.

Het omslagmoment
Impliciet geconfronteerd met dit feit, en de uitweg die de aanvraag bood door octrooi aan te vragen op het geheel van computer en software, besloot het EOB haar richtlijnen op te rekken en het octrooi aan Vicom te verlenen. Doorslaggevend bij de beoordeling moest voortaan de technische bijdrage als geheel zijn. Daarbij was vorm ondergeschikt aan inhoud. Door deze uitspraak kwam software feitelijk onder het octrooirecht te vallen, of werd daar in ieder geval niet meer van uitgesloten. Het betekende een uitbreiding van het toepassingsgebied van het octrooirecht in de praktijk, terwijl het oorspronkelijke verdrag software nog steeds uitsloot van het octrooirecht.

Hier wel, daar niet
Zo is een groot verschil tussen wet en praktijk ontstaan en is het onduidelijk of software in Europa nu wel of niet onder het octrooirecht valt. Dat wordt nog versterkt door het feit dat Europees aangevraagde octrooien alleen nationaal kunnen worden aangevochten. Dat betekent dat een nationaal hof kan bepalen of het door het EOB verleende octrooi in het betreffende land geldig is en kan tot situaties leiden waarin een octrooi in het ene land wel en in het andere land niet geldig is.

Het nieuwe voorstel
In 2002 komt de Europese Commissie mede daarom met een nieuwe richtlijn die probeert deze onduidelijkheid op te heffen en de verschillen tussen landen te harmoniseren. Het legaliseert de praktijk van het EOB en brengt software onder het octrooirecht. Het voorstel zorgde echter direct voor veel commotie en een fel debat tussen de voor- en tegenstanders. Het Europees Parlement schrapt uiteindelijk de omstreden passage en brengt daarnaast vele amendementen aan. Met deze wijzigingen stemt ze uiteindelijk voor de richtlijn. De vraag is daarmee hoeveel duidelijkheid dit nieuwe voorstel nog zal bieden.

Linda Kool is redacteur van Politiek-digitaal.nl