Home
Kennis en Economie
Recht en Veiligheid
   archief februari 2006
archief december 2005
archief november 2005
archief juli 2005
archief juni 2005
archief mei 2005
archief april 2005
archief maart 2005
archief februari 2005
archief januari 2005
2004
archief 2005
Europa
Jihad vs McWorld
E-government
Nieuwe democratie
Columns
Politici
Overzicht thema`s
Verkiezingen
Tools
Het Belgenrapport
Nieuwsbrief
Colofon
Poldi.Net




De oorlog tegen het antisemitisme
Steven de Jong Gepost:     woensdag, 22 december 2004, 10:00
Van:     < Steven de Jong >
URL:     < http://www.politiek-digitaal.nl/colofon/redactie >

Dat antisemitische activiteiten verschuiven van totalitaire staten naar westerse democratieën noemen onderzoekers van de Universiteit van Tel Aviv alarmerend. Anders dan Frankrijk, België en Engeland blijft Nederland vooralsnog verstoken van brandstichtingen in synagogen en het neersteken van Joden.

In het rapport 'Monitor Racisme & Extreem Rechts' van de Universiteit Leiden wordt zelfs beweerd dat de publiciteit rondom antisemitische incidenten - zoals de verstoring van de dodenherdenking - de afgelopen jaren zijn weerslag heeft gehad in meer collectieve afkeuring en minder delicten. Het in brand steken van moskeeën na de moord op Van Gogh heeft immers niet geleid tot soortgelijke tegenreacties. Toch blijft het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) waakzaam, aangezien de gedachte van een "Joods wereldcomplot" diep geworteld is in de Arabische wereld. Onlusten die keer op keer oplaaien als de berichtgeving over het Palestijns-Israëlisch conflict intensiveert.

Antisemitische incidenten
Uit jaarverslagen van het CIDI blijkt dat de meeste antisemitische incidenten een direct gevolg zijn van berichtgeving over het Palestijns-Israëlisch conflict. Zo werden er tijdens pro-Palestijnse demonstraties afbeeldingen van hakenkruizen meegebracht, keppeltjes afgepakt, leuzen gescandeerd als “die tering-Joden hadden allemaal afgemaakt moeten worden” en spandoeken meegedragen met de teksten “Hitler heeft een zoon” en “Zes miljoen was niet genoeg”.

Verstoring dodenherdenking
De problemen in het Midden-Oosten hadden ook zijn weerslag op de dodenherdenking in mei 2003. In stadsdeel De Baarsjes in Amsterdam werd door een groep jongeren van Noord-Afrikaanse afkomst tijdens de twee minuten stilte “Joden moeten we doden” geroepen, op het Sierplein voetbalden allochtonen jongeren met kransen, bij het homomonument werd geclaxonneerd en er werd gevlagd met de Palestijnse vlag als statement tegen Israël. De voorvallen waren aanleiding tot landelijke commotie en maatregelen het daaropvolgende jaar. Burgemeester Cohen riep op tot meer dialoog.

Gretta Duisenberg
Een uitlating die Gretta Duisenberg – vrouw van de voormalige president van de Europese Centrale Bank - een jaar eerder op de radio deed, leidde eveneens tot nationale discussie over antisemitisme. Haar uitgesproken wens om “zes miljoen handtekeningen” op te halen tegen de bezetting van Palestijns gebied, deed velen vermoeden dat ze met dat getal refereerde aan de Holocaust. Het Openbaar Ministerie besloot haar uiteindelijk niet te vervolgen voor aanzet tot haat en discriminatie, maar deelde wel mee dat ze heeft bijgedragen aan “het vergiftigen van de atmosfeer, waar in Nederland het politieke debat moet plaatsvinden”.

Antisemitisme vooral onder Arabische jeugd
Over dat klimaat maakt het CIDI zich meer en meer zorgen. Ze meent dat de Nederlandse samenleving steeds minder in staat lijkt een discussie over Israël te voeren zonder vooroordelen over Joden. Al vanaf 2000 wijst het CIDI erop dat daders van antisemitische delicten veelal een Noord-Afrikaanse afkomst hebben. De oorzaak daarvan formuleert ze alsvolgt in haar meest recente jaarverslag: “Deze jongeren tonen over het algemeen sterke solidariteitsgevoelens met de Palestijnen. Zij worden beïnvloedt door Arabische TV-zenders die de religieus-antisemitische vooroordelen naar Europa exporteren via de schotelantennes.” Het CIDI stelt dat de slechte integratie van Arabische jongeren van de tweede en de derde generatie verband houdt met de vertaling van hun weerzin tegen de Israëlische politiek in antisemitische uitingen. Uitingen die maar al te vaak ondersteund worden met nazi-symbolen, met als doel het beleid van Sharon als nazistisch te kwalificeren of om te refereren aan de Holocaust. In dit laatste geval is het antisemitische karakter voor het CIDI overduidelijk, maar ook in het eerste geval zou er volgens haar sprake van zijn: de Joodse gemeenschap zou ermee gestigmatiseerd worden als zijnde neo-nazi’s, alleen vanwege het beleid van de Israëlische regering.

Joods wereldcomplot
De context - Holocaust of ‘Joodse overheersing’ - waarin nazi-symboliek gemanifesteerd wordt, doet er voor het CIDI dan ook niet zoveel toe. In historische zin is dat ook wel te begrijpen, aangezien Joden al sinds de Middeleeuwen worden beschuldigd van ernstige misdrijven en misstanden in de wereld. Vaak gebaseerd op oude antisemitische vooroordelen, zoals complottheorieën die Joden ervan beschuldigen tegen de wereld samen te zweren. In de Arabische staten is die beschuldiging al langer ingeburgerd en zijn de ´Protocollen van de Wijzen van Zion` populair als tv-serie. Dit schotschrift uit de tijd van de Tsaren gaat uit van een Joods wereldcomplot. Het heeft in het begin van de twintigste eeuw tot bloedige pogroms in de Oekraïne en Rusland geleid. Hoe sterk die gedachte thans in de Arabische media leeft, bleek ook uit de reacties op de oorlog in Irak. Daar kon je alom de beschuldiging horen dat het Amerikaanse optreden tegen Saddam Hussein was bekokstoofd door de Joodse lobby.

Antisemitische activiteiten verschuiven naar westerse democratieën
Dit soort onderbuikgevoelens komt nu bijna achteloos ook in het Nederlandse politieke discours terecht. Vooral het feit dat antisemitische activiteiten verschuiven van totalitaire staten naar westerse democratieën noemen onderzoekers van het Steven Roth Instituut van de Universiteit van Tel Aviv alarmerend. De agressie is vooral toegenomen in Frankrijk, België en Engeland. Daar werden synagogen in brand gestoken en Joden neergestoken. Hoewel de lijst van antisemitische voorvallen van het CIDI niet gering is, blijft Nederland achter bij haar omringende landen in de ernst van de delicten.

Collectieve afkeuring Jodenhaat
Het vorige week verschenen rapport 'Monitor Racisme & Extreem Rechts' van de Anne Frank Stichting en de Universiteit Leiden maakt zelfs melding dat de trend van toenemend antisemitisme sinds 2000 in Nederland is doorbroken. Na de moord op Theo van Gogh zijn er in minstens vijftien moskeeën brandstichtingen gepleegd, maar een gewelddadige tegenreactie - op een paar vernielingen aan christelijke kerken en scholen na - van Moslims bleef uit. De onderzoekers trekken de conclusie dat de publiciteit rondom antisemitisme - met de verstoring van de dodenherdenking als illustrerend voorval - zijn weerslag heeft gehad op meer collectieve afkeuring van Jodenhaat. Ze vermoeden dat aandacht, weerwoord en weerwerk van invloed zijn geweest op de vermindering van antisemitische incidenten.

Antisemitisme per e-mail
Bedreigingen per e-mail zijn in meerderheid vertegenwoordigd in de statistieken van het CIDI. Zelf zegt de organisatie er honderden per jaar te ontvangen. De inhoud varieert van “Ik vind Joden kut” tot “Hitler is 99 % van de joden vergeten” en “Zes miljoen was bij lange na niet genoeg”. De gemeldde antisemitische uitingen zijn voor 90 % afkomstig van Islamitische webfora, maar het realiteitsgehalte van die cijfers is te betwisten. Het bureau dat de cijfers aanlevert – het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI) – is al jaren in opspraak vanwege haar werkwijze.

CIDI: relativering Holocaust is ook antisemitisme
De belangrijkste uitingen betreffen het aloude vooroordeel over de Joodse samenzwering tegen de wereld. Opmerkelijk is dat het CIDI niet alleen de ontkenning van de Holocaust, maar ook de relativering in aantallen slachtoffers aanmerkt als antisemitische uitlatingen. Ze redeneert dat dit een verfijning van de ontkenning van de Holocaust is met als oogmerk deze genocide te kwalificeren als verzinsel van de Joden om de wereld een schuldgevoel op te dringen dat zij misbruikt zouden hebben om de Joodse staat op te richten.

On-line handel in nazi-attributen
Verder maakt het CIDI melding van besmeurde gastenboeken en gekraakte sites van Joodse organisaties. Ook de on-line handel in nazi-attributen trok de aandacht. Op veilingsite Qoop.nl werden diverse nazi-voorwerpen aangeboden, waaronder Jodensterren, SS-dolken en insignes met bedekte hakenkruisen.

CIDI gebruikt cijfers MDI
De organisatie waar het CIDI nauw mee samenwerkt en haar cijfers op internetgebied vandaan heeft is – zoals eerder gezegd – het MDI. Dit particuliere bureau staat officieel onder bestuur en controle van de stichting Magenta. Het MDI struint webfora en weblogs af op allerhande racistische en discriminerende uitingen. Het is opmerkelijk dat het CIDI zaken doet met het MDI, temeer omdat het mission statement van eerstgenoemde in de bestrijding van antisemitisme is “het met elkaar in gesprek komen en blijven”. De dialoog tussen de Arabische en Joodse gemeenschap versterken is één van de pijlers waar het CIDI op zegt re rusten.

MDI over webfora: ‘Een vieze modderpoel’
Daarin staat ze lijnrecht tegenover het MDI. De voormalige directeur van het MDI, Ronald Eissens, kwalificeerde de veelgebruikte webfora Maghreb.nl, Indymedia.nl en Maroc.nl steevast als “een vieze modderpoel” en “een publiek urinoir”. Het MDI bedient zich van harde aanvallen op de bewuste websites, maar weigert in veel gevallen – zo blijkt uit publieke reacties van de beheerders – correspondentie aan te gaan over welke uitlatingen het betreft en waarom die discriminerend zijn. Volgens e-zine Netkwesties liggen de mededelingen van het MDI in de strekking: “Ze merken vanzelf wel wat ze fout hebben gedaan. We hebben immers aangifte tegen ze gedaan."

Meldpunt is niet transparant
Het MDI meent dat ze als monitor het niet hoeft te hebben van transparantie. Jaarverslagen geven gebrekkige informatie – zo blijkt uit een analyse van Netkwesties - over hoeveel klachten de organisatie ontvangt, hoe ernstig de betwiste uitlatingen zijn, om wat voor discriminatie het gaat, wat er gebeurt met de klachten en wat het effect is van de interventies van het MDI. Ze doet geen moeite om het publiek duidelijk te maken, welk soort uitlatingen inhoudelijk over de schreef gaan en bevordert daarmee niet dat internetgebruikers mogelijk verkeerde opmerkingen gaan schuwen. De confrontatiepolitiek van het MDI heeft ertoe geleidt dat ze zo wat alle grote jongerensites en weblogs tegen zich in het harnas heeft gejaagd om vervolgens de websites die de meeste kritiek uiten op het MDI extra hard aan te pakken. Het heeft er alle schijn van dat de positie en werkwijze van het MDI de realistische waarde van haar onderzoeksgegevens negatief beïnvloeden, en daarmee ook de effectiviteit van discriminatiebestrijding op internet. Toch verwerkt het CIDI gegevens van het MDI in haar jaarverslagen, waarschijnlijk omdat er nog geen alternatief voorhanden is.

Methodiek beoordeling antisemitisme
Hoewel het CIDI een belangenbehartigende organisatie is, probeert ze de binnengekomen meldingen wel op gerichte criteria te toetsen. De scheidslijn tussen antisemitisme en kritiek op Israël is namelijk moeilijk af te bakenen. Het CIDI stelt dat als er kritiek wordt geuit op Israël als staat, haar beleid of op haar mensenrechtensituatie er geen sprake is van antisemitisme, maar hoogstens een politiek verschil van mening. De situatie waarin kritiek gepaard gaat met oneigenlijke beschuldigen die met de situatie ter plaatse niets van doen hebben, kwalificeert ze als een negatieve interpretatie van de geschiedenis en de godsdienst van het Joodse volk. In dat laatste geval is er volgens het CIDI wel sprake van antisemitisme.

Het CIDI gebruikt een door de Oxford University ontwikkelde toets die helpt bij het scheiden van antisemitisme van anti-Israël-kritiek. Hieronder is een verkorte versie van deze toets weergegeven.

Toets antisemitisme
Heeft de betrokken persoon die de uitlating deed:



  1. Niet alleen specifieke individuen of organisaties in Israël bekritiseerd, maar ook anonieme collectieven, zoals de Joodse lobby, de Joodse gemeenschap of de Joodse stem
  2. De economische positie van Joden, betrokkenheid van Joden bij media of één van de andere zogenaamde Joodse eigenschappen benadrukt of overdreven?
  3. Geklaagd dat elke kritiek op Israël automatisch als antisemitisme wordt betiteld?
  4. De Israëlische regering vergeleken met nazisme en het optreden van het Israëlische leger met de SS, Holocaust of genocide?
  5. Om boycots en sancties gevraagd die alleen tegen Israël gericht zijn, terwijl hij dat nog nooit heeft gedaan bij andere ernstige zaken in deze wereld?

Als het om beeldmateriaal gaat, dan luidt de aanvullende vraag:
Heeft de kunstenaar / tv-maker:



  1. De davidster gebruikt om Israël´s militaire apparaat te identificeren?
  2. Met een keppeltje Israëlische politici aangeduid?
  3. Swastika´s gebruikt om de Israëli’s of zionisten te identificeren?
  4. Israëli´s of zionisten geportretteerd op een voor Joden karikaturale wijze?

Als één of meerdere van bovenstaande vragen met ja beantwoord worden, dan komt de persoon die de uitlating heeft gedaan in de gevarenzone en wordt de scheidslijn tussen anti-Israël-gedrag en antisemitisme al snel overschreden. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij de anti-Israël demonstratie in Amsterdam op 13 april 2002. Daar werd Sharon vergeleken met Hitler en werden davidsterren gelijkgesteld aan swastika's. Deze uitlatingen hebben volgens het CIDI niets meer met het gewone protest tegen Israël te maken en neemt ze daarom op in haar jaarverslagen.

Aparte wetgeving voor antisemitisme
Het CIDI heeft minister Donner vorig jaar in oktober 2003 verzocht apart beleid voor de bestrijding van antisemitisme te ontwikkelen, maar nul op rekest gekregen. Ze voerde als argument aan dat antisemitisme vanwege zijn bijzondere geschiedenis een aparte plaats in moet nemen in de bestrijding van discriminatie. Op de digitale snelweg pleit het CIDI eveneens voor strengere wetgeving.