Home
Kennis en Economie
Recht en Veiligheid
Europa
Jihad vs McWorld
E-government
Nieuwe democratie
   archief december 2005
archief september 2005
archief juli 2005
archief mei 2005
archief april 2005
archief maart 2005
archief februari 2005
archief augustus 2004
archief januari 2006
Columns
Politici
Overzicht thema`s
Verkiezingen
Tools
Het Belgenrapport
Nieuwsbrief
Colofon
Poldi.Net




Nuchter omgaan met UMTS blijkt onmogelijke opgave (essay)
Steven de Jong Gepost:     vrijdag, 12 mei 2006, 16:00
Van:     < Steven de Jong >
URL:     < http://www.politiek-digitaal.nl/colofon/redactie >

Actiegroepen weten steeds meer burgers te mobiliseren in hun strijd tegen de plaatsing van GSM- en UMTS-zendmasten. Terwijl de regering de telecomsector blijft steunen, zijn al vijftig gemeenten gezwicht voor bezorgde bewoners die gezondheidsklachten toeschrijven aan straling.

Dit maakt de overheid tot een onbetrouwbare zakenpartner voor telecombedrijven die tevens tekortschiet in objectieve publieksvoorlichting.

‘Nuchter omgaan met risico’s’, zoals het RIVM in 2004 adviseerde, blijkt in een slagveld van lobbyisten en activisten een onmogelijke opgave.

Een CDA-Kamerlid werd door Vodafone ingepalmd met een gratis laptop en telefoonabonnement, gemeenten hebben hun voorlichting niet op orde; een enkeling verwijst bezorgde burgers zelfs door naar de telecomsector, actiegroepen voeden met succes het onveiligheidsgevoel, wethouders frustreren regeringsbeleid en gerenommeerde onderzoeksinstituten spreken elkaar tegen.

Economisch en maatschappelijk belang
Met de plaatsing van UMTS-zendmasten zijn grote maatschappelijke en economische belangen gemoeid. Iedereen wil bellen en belbedrijven willen daaraan verdienen. UMTS biedt namelijk een veel hogere transmissiesnelheid dan de oudere mobiele systemen GSM en GPRS. UMTS, ook wel de derde generatie voor mobiele netwerken genoemd, brengt internet, e-mail, het uitwisselen van foto’s en video’s en zelfs het voeren van een videoconference binnen handbereik voor de mobiele beller. De mobiele telefoons die nu op de markt komen, hebben deze functionaliteiten vaak standaard in zich.

Het Nederlandse bedrijfsleven is er dus alles aan gelegen om heel Nederland gedekt te krijgen. Mobiele telefoons worden bij de meeste abonnementen namelijk ‘gratis’ weggegeven. Niet het toestel, maar het dataverkeer genereert de omzet.

Toen de overheid in 2001 de licentie voor de UMTS-frequentie voor miljarden euro’s verkocht aan vijf ondernemingen, heeft zij toegezegd actief mee te werken aan de opbouw van het netwerk. In 2007, zo spraken overheid en telecombedrijven af, moet 70 procent van Nederland gedekt zijn. De tijd begint te dringen, want op dit moment is er pas een dekking 50 procent.

Ongerustheid over gezondheidsrisico’s
In de aanloop van de veiling van de UMTS-frequentie had de overheid maar één belang: een zo hoog mogelijke opbrengst van de licentieverkoop. Achteraf blijkt dat de eurotekens diezelfde overheid verblind hebben voor de groeiende onrust onder de bevolking over de mogelijke gezondheidsrisico’s die kleven aan de hoogfrequente elektromagnetische straling. Meer en meer mensen schreven hun gezondheidsklachten - zoals hoofdpijn, concentratieverlies, hartkloppingen, vermoeidheid, duizeligheid en slaapstoornissen – toe aan de aanwezigheid van een zendmast in hun woonomgeving.

Geen wetenschappelijk bewijs
Er verstreken twee jaren voordat de overheid deze onrust serieus begon te nemen. Het betrof immers a-specifieke klachten, die tal van lichamelijke en psychische oorzaken konden hebben. Onder druk van parlement en belangenverenigingen besloot de regering in 2003 toch onderzoek te doen. Ze gaf TNO opdracht de relatie tussen gezondheidsklachten en GSM- en UMTS-straling onder de loep te nemen. TNO rekruteerde daarop honderden proefpersonen uit de database van het Meldpunten Netwerk Gezondheid en Milieu (MNGM): dit betrof mensen die de afgelopen jaren bij het meldpunt aangeklopt hadden met de veronderstelling dat hun gezondheidsklachten weleens te maken zouden kunnen hebben met elektromagnetische velden in hun leefomgeving1. De controlegroep bestond uit mensen die daar geen problemen van zeiden te ondervinden.

TNO stelde vast dat UMTS-straling in dezelfde lage dosis als waaraan mensen in de nabije toekomst op straat en in huis blootstaan, het welbevinden kan beïnvloeden2. Kortom, de relatie tussen gezondheidsschade en GSM- en UMTS-straling was aangetoond. Niet een conclusie waar de overheid op zat te wachten, gezien haar verplichtingen aan belbedrijven. Een overheid die een licentie verkoopt en daarna intrekt omwille van de volksgezondheid, moet immers boeten voor dezelfde miljarden euro’s die ze destijds de telecomsector in rekening heeft gebracht. Althans, het is aannemelijk dat advocaten deze eis dan op tafel leggen.

Vervolgonderzoek was hiermee de enige strohalm waar de overheid zich nog aan kon vastklampen. Niet lang daarna, tot opluchting van de regering, ontkrachtte de Gezondheidsraad3 de conclusies van TNO. “De raad concludeert dat met dit onderzoek geen wetenschappelijk bewijs geleverd is dat GSM- en UMTS-signalen van basisstations voor mobiele telefonie inderdaad zulke klachten kunnen veroorzaken.”

Op dit moment is er daarom geen hard wetenschappelijk bewijs voor een causale relatie tussen gezondheid en hoogfrequente elektromagnetische straling. Aan de andere kant: er is ook geen bewijs voor de veronderstelling dat GSM- en UMTS-straling géén risico oplevert voor de volksgezondheid. Hoewel het TNO-rapport van tafel is, heeft de overheid niets in handen om bezorgde burgers te overtuigen.

Verzet StopUMTS.nl
Eén van die bezorgde burgers is Etwald Goes. Toen hij als student in Utrecht op kamers ging wonen kreeg hij plotseling last van vermoeidheid en hartkloppingen, maar als hij op vakantie was of in het weekend bij zijn ouders, verdwenen de klachten als sneeuw voor de zon. Op internet zocht hij naar de oorzaak van deze a-specifieke klachten en kwam uit bij artikelen over mogelijke effecten van elektromagnetische velden. Daarop besloot hij een hoogfrequente veldsterktemeter aan te schaffen. Zijn metingen bevestigden volgens hem het vermoeden dat de reeks zendmasten op het dak van het ziekenhuis tegenover zijn flat zijn gezondheidsklachten veroorzaakten4. Goes verhuisde en richtte kort erna de stichting StopUMTS op, momenteel het best georganiseerde verzet tegen de plaatsing van zendmasten.

De website van Goes’ organisatie, www.StopUMTS.nl, belichaamt en kanaliseert het gevoel van onveiligheid. Mensen die hun klachten toeschrijven aan UMTS- en GSM-straling kunnen er op de site via een forum over praten. Etwald Goes houdt de site actueel met artikelen, onderzoeksverslagen, een rubriek ‘veel-gestelde-vragen’ en folders. Ook maakt Goes briefwisselingen openbaar, waarin hij namens zijn bezoekers spreekt. Het zijn brieven naar de Gezondheidsraad, politieke partijen, politici, telecomproviders en patiëntenverenigingen. De site roept zo af en toe op tot actie. Op 16 april 2005 organiseerde StopUMTS voor bezorgde bewoners een demonstratie op de Dam in Amsterdam. In de aanloop van de demonstratie kwam er een debat los in de media, waar telecomoperators zich actief in mengden.

Lobby telecom
Tegelijkertijd doen telecombedrijven er alles aan de gemoederen te temperen en het politieke besluitvormingsproces – lees: het toewijzen van vergunningen voor plaatsing van zendmasten – te beïnvloeden. Daarin worden soms bedenkelijke stappen ondernomen.

In de reportage ‘Het lobbycircuit’ van Zembla van 13 mei 2004 doet Tweede-Kamerlid Staf Depla (PvdA) een boekje open over de lobbyactiviteiten van provider Vodofone. "Vodafone heeft kamerleden aangeboden om UMTS te testen. Dus een half jaar gratis laptop en telefoon. De één weigert het, de ander neemt het aan."  Depla heeft het aanbod destijds afgeslagen, maar CDA-parlementarier Jos Hessels en een niet nader genoemde europarlementariër lieten de gratis apparatuur niet aan hun neus voorbij gaan5. Hessels heeft voor het CDA technologiebeleid, ICT en de Opta in de portefeuille. Voor de Opta, de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit, is hij politiek woordvoerder6. Deze overheidsinstantie houdt toezicht op de naleving van wet- en regelgeving op het gebied van post en elektronische communicatiediensten. Als parlementariër heeft Hessels de taak toegewezen gekregen er op toe te zien dat het toezicht van de Opta onafhankelijk plaatsheeft.

Tegenover Zembla bevestigde Vodafone dat haar lobbyafdeling mobiele toestellen heeft aangeboden aan parlementariërs. Volgens André van der Elsen, woordvoerder van Vodafone, betrof het slechts een ‘meetprogramma’, waarin politici kennis konden maken met “onze producten en diensten”. Het heeft volgens Van der Elsen niets te maken met “begunstiging richting een Kamerlid of wat dan ook”. Om goed beleid te maken, redeneert Van der Elsen, is het nodig dat Kamerleden weten wat de diensten van Vodafone inhouden. Dat ‘goede beleid’ kan kennelijk gestimuleerd worden door Kamerleden gratis laptops en telefoonabonnementen aan te bieden.

Voorlichting overheid
Waar het parlement en regering onder de voet worden gelopen door lobbyisten van telecomproviders, daar krijgen gemeenten steeds meer bezorgde burgers voor de deur; mensen die bij de gemeente informatie opvragen over mogelijke gezondheidsrisico’s van zendmasten in hun leefomgeving.

Alleen dat verloopt niet altijd van een leien dakje, zo constateerde de stichting Burger@Overheid in oktober 2005. Uit haar onderzoek7 onder ongeveer 50 gemeenten blijkt dat gemeenten vaak niet thuis geven als er vragen worden gesteld. Ze zijn niet goed op de hoogte of ze schuiven de vragen als een hete aardappel door naar anderen. “Daarbij gaan sommige zo ver dat wordt door verwezen naar de telecomsector zelf”, schrijft Burger@Overheid. Eén gemeente liet een vraag van een bezorgde burger beantwoorden door Mobiele Netwerkoperators Nederland (MoNet), het samenwerkingsverband van de vijf mobiele-netwerkoperators in Nederland: KPN, Orange, Telfort, T-Mobile en Vodafone. “Het is alsof de slager zijn eigen vlees mag keuren”, schrijft Burger@Overheid verontwaardigd.

Het overheidsloket dat wel verstand van zaken heeft is het Antennebureau. Hier kunnen burgers, gemeenten, gebouweigenaren, antenne-eigenaren, woningcorporaties en zorgverleners terecht met vragen over wet- en regelgeving, de bestaande en geplande locaties van zendmasten en studies over de relatie tussen gezondheid en elektromagnetische straling.

Bij het Antennebureau hebben ze er de handen vol aan, schrijft de Volkskrant8 op 19 april 2006. Drie tot zes keer per week trekken medewerkers het land in om te spreken op voorlichtingsbijeenkomsten. “Hun missie: burgers geruststellen dat een zendmast voor mobiele telefoons in hun achtertuin of op het dak van hun woning geen risico’s oplevert voor hun gezondheid”, aldus de Volkskrant . Een merkwaardige missie voor een overheid die tot taak heeft haar burgers objectieve informatie te verschaffen. Elke wetenschappelijke basis ontbreekt immers voor een no-risk-betoog. Of burgers bij die voorlichtingsbijeenkomsten onafhankelijke informatie krijgen is dan ook zeer de vraag. Zo houden vertegenwoordigers van KPN spreekbeurten op de voorlichtingsavonden voor bewoners, constateerde StopUMTS.nl.


Op Antenneregister.nl, een dienst van het Antennebureau, kan iedereen - door zijn postcode in te voeren - een kaart genereren met locaties van GSM/UMTS-antenne-installaties.

Opstandige gemeenten
Gemeenten laten zich, mede door gebrek aan kennis en hun directere relatie met de burger, meer dan het Rijk leiden door de risicogevoelens onder de bevolking. Volgens StopUMTS.nl zijn er al zo’n vijftig gemeenten die vergunningen voor de bouw van antennes hebben geweigerd. “De onrust onder bewoners laten zij dan veelal zwaarder wegen dan wat wetenschappelijke autoriteiten verkondigen. Zodra er politieke druk wordt uitgeoefend, door media of burgers, verschuift de prioriteitsstelling”, analyseert mediasocioloog Peter Vasterman in het maandblad9 van het Expertisecentrum Risico- en Crisiscommunicatie (ERC) van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Acties tegen de plaatsing van UMTS-zendmasten worden uitvergroot door de media en vervolgens opgepakt door lokale politieke partijen, vervolgt Vasterman. “Het resultaat is dat er nu naast gemeenten ook woningbouwverenigingen zijn die weigeren nog langer UMTS-zendmasten te plaatsen op gebouwen in dichtbevolkte gebieden. Zij voeren het argument dat ze eerst uitsluitsel van de wetenschap willen afwachten dat het niet schadelijk is, voordat ze nieuwe masten gaan plaatsen.”
Een sprekend voorbeeld in deze is het besluit van de gemeente Lelystad. Begin juli 2005 meldde het college van B&W het volgende10: "Om de inwoners van Lelystad niet bloot te stellen aan stralingen waarvoor mogelijk risico’s bestaan, wordt geen medewerking verleend aan het plaatsen van de genoemde masten. Ook eigenaren van gebouwen die geschikt zijn voor het plaatsen van een UMTS-mast worden verzocht dit niet toe te laten. Het college wil eerste de resultaten van de onderzoeken afwachten.”

Klassieke risicocommunicatie
De redenering van het college – eerst resultaten onderzoek afwachten, tot die tijd niet plaatsen – staat haaks op die van het kabinet. In de reportage ‘Ziek van mobiel bellen’ van Zembla (december 2004) redeneerde11 Brinkhorst van Economische Zaken alsvolgt: zolang niet onomstotelijk is vastgesteld dat UMTS schadelijk is voor de gezondheid, is er geen enkele reden om de uitrol van het netwerk te belemmeren. Brinkhorst benadrukte in de uitzending dat er aan UMTS “grote maatschappelijke belangen kleven”.

Dit is volgens Peter Vasterman de bekende patstelling. “Mensen maken zich zorgen, maar onderzoek heeft nog geen hard bewijs gevonden voor een link tussen gezondheidsklachten en de UMTS-zendmasten. In het oude zender-boodschap-ontvanger schema is dat de boodschap van de overheid: er is geen enkele reden voor ongerustheid. De risico’s zijn verwaarloosbaar klein.”

Angstmanagement
In de slepende discussie over UMTS varen Rijk en gemeenten dus onderling een andere koers. Zowel in risicocommunicatie als in besluitvorming. Gemeenten richten zich steeds minder op wetenschappelijke studies en hechten steeds meer belang aan het oordeel van de burger; ook als die niet wetenschappelijk beargumenteerd kan worden.

De criminoloog Van de Bunt laakt deze houding van overheden, getuige zijn rede12 voor de Vrije Universiteit Amsterdam in 2003. Hoewel hij het criminaliteitsbeleid onder vuur neemt, heeft zijn argumentatie alles te maken met de discussie die nu speelt rondom de plaatsing van zendmasten. Van de Bunt waarschuwt dat criminaliteitsbeleid steeds meer het karakter krijgt van angstmanagement. “Het Wetboek van Strafrecht is niet langer het kompas waarop de overheid vaart bij de bestrijding van maatschappelijk ongewenst gedrag, maar de risicogevoelens onder de bevolking.” Een gevaarlijke ontwikkeling, aldus Van de Bunt, want angst- en onveiligheidsgevoelens zijn onverzadigbaar. Bovendien gaat al die aandacht ten koste van vormen van criminaliteit die een veel grotere economische schade leveren, meent hij.

Nuchter omgaan met risico’s lukt niet
In de publicatie ‘Nuchter omgaan met risico’s’ (2004) probeert het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een antwoord te geven op de vraag hoe de overheid om dient te gaan met dit soort dilemma’s. De ‘nuchterheid’ die het RIVM propageert komt er echter op neer dat de overheid “met alle relevante factoren”13 rekening moet houden in haar risicocommunicatie en politieke afwegingen: wetenschappelijke studies, beschikbare alternatieven, kosten én risicobeleving.

De praktijk leert echter dat de moderne, mondige samenleving daar geen genoegen mee neemt. Zolang de overheid de burger niet kan overtuigen dat de uitrol van het UMTS-netwerk geen gezondheidsschade oplevert, blijven de protesten voortduren. Dat brengt niet alleen maatschappelijke onrust met zich mee, maar ook bestuurlijke conflicten: bijvoorbeeld de wethouders die kabinetsbeleid aan hun laars lappen. Met zo’n overheid valt moeilijk zaken te doen.

Directeur Niek-Jan van Damme van T-Mobile verwoordde dat treffend in het Financieele Dagblad14. “De overheid verplicht ons het netwerk tijdig op orde te brengen, maar diezelfde overheid verbiedt ons masten te plaatsen.”

BRONNEN:


  1. Reus, J. 'Jaarverslag 2003'; Meldpuntennetwerk Gezondheid en Milieu (MNGM), 2004
  2. Zwamborn, A.P.M. e.a. 'Effects of Global Communication system radio-frequency fields on Well Being and Congnitive Functions of human subjects with and without subjective complaints', TNO Physics and Electronis Laboratory, september 2003
  3. Knottnerus, J.A. e.a. 'TNO-onderzoek naar effecten van GSM- en UMTS-signalen op welbevingen en cognitie. Beoordeling en aanbevelingen voor nader onderzoek.'; Gezondheidsraad, 28 juni 2004
  4. Goes, E. 'Wie is de initiatiefnemer van StopUMTS.nl?', StopUMTS.nl, 30 juni 2004
  5. Driehuis, K. e.a. 'Het lobbycircuit'; VARA (Zembla), 13 mei 2004
  6. Hessels, J. 'Portefeuille Jos Hessels op JosHessels.nl', CDA, 2006
  7. Poelmans, M. e.a. 'Overheid: geen goede antenne voor informatievoorziening - Een onderzoek van burger@overheid naar informatievoorziening aan burgers over GSM- en UMTS-masten', Burger@Overheid, oktober 2005
  8. Ammelrooy, van P. 'Telecom vreest 'aluminiumfolie-spook'; De Volkskrant, 19 april 2006
  9. Vasterman, P. 'Risico- en crisiscommunicatie: oude valkuilen, nieuwe dilemma's'; Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 24 mei 2005
  10. Persdienst. 'Geen plek meer voor UMTS masten in gemeente Lelystad'; Gemeente Lelystad, 1 juli 2005
  11. Maat, M. Driehuis, K. 'Ziek van mobiel bellen'; VARA (Zembla), 16 december 2004
  12. Bunt, H.G. van de 'Op het kompas van het onveiligheidsgevoel. De grens van onveiligheid (diesrede)'; Vrije Universiteit Amsterdam, 2003
  13. Egmond, van N. D. e.a. 'Nuchter omgaan met risico's'; MNP, RIVM, 2004
  14. Willems, L. 'Plaatsing umts-masten frustreert T-Mobile', Het Financieele Dagblad, 18 april 2006

Dossier: 'Ziek van het milieu?'

'Beslissen met gevoel voor onzekerheden', is de ondertitel van een veel besproken RIVM-rapport. Maar wat betekent dat eigenlijK?

Moet de overheid de onzekerheden aan de burger duidelijk maken of kan ze vrijelijk de onzekerheden naar de hand van gewenst beleid zetten?

Wat voor technische, bestuurlijke en politieke consequenties heeft een grotere openbaarheid van milieu-informatie? En in welke mate mag risicobeleving de politieke agenda bepalen? Hoe zit het dan met economische belangen? In dit dossier gaat Politiek-Digitaal dieper in op deze dilemma's, geïllustreerd met sprekende voorbeelden en interviews.