Home
Kennis en Economie
Recht en Veiligheid
Europa
   archief oktober 2006
archief september 2006
archief augustus 2006
archief juli 2006
achief juni 2006
archief mei 2006
archief april 2006
archief maart 2006
archief februari 2006
archief januari 2006
Nieuws en discussie
Archief Europa 2005
Archief Europa 2004
Agenda van Europa
Links
Jihad vs McWorld
E-government
Nieuwe democratie
Columns
Politici
Overzicht thema`s
Verkiezingen
Tools
Het Belgenrapport
Nieuwsbrief
Colofon
Poldi.Net




Wat weten we van Europa?
Arjan Widlak Gepost:     woensdag, 24 november 2004, 12:00
Van:     < Arjan Widlak - Hoofdredacteur Politiek-digitaal >
URL:     < http://www.politiek-digitaal.nl/colofon/redactie >

In samenwerking met het Instituut voor Maatschappelijke Innovatie, het Forum voor Democratische Ontwikkeling en United Knowledge voert Politiek-digitaal.nl het project 'Zet de agenda van Europa uit' waarin Europarlementariërs in gesprek gaan met een groep geïnteresseerde burgers.

Het burgerpanel is een geïnteresseerde groep en daarmee niet representatief voor de Nederlandse bevolking. Dat blijkt uit het feit dat 92, 7% van de pannelleden ging stemmen bij de Europese verkiezingen en 74,2% een academische of HBO-opleiding heeft. Toch schat 60% van deze groep de Europese begroting 3 tot 8 maal hoger dan ze is en weet gelijktijdig weet 95% weer wel dat Nederland per inwoner meer bijdraagt dan de gemiddelde EU lidstaat. Uit de willekeur van antwoorden op samenhangende vragen blijkt dat de kennis niet alleen gering is, maar ook dat er geen consistent beeld van Europa is. Er is geen sprake van misvattingen, maar van het volledig ontbreken van een beeld.

Het Europarlement doet ertoe. Het heeft een doorslaggevende of zware stem in veel zaken die voor iedereen zichtbaar zijn. Recent haalde dat voor het eerst de voorpagina van de Nederlandse kranten: bij de samenstelling van de Europese Commissie. Echter dat was voor het eerst. Meestal lijkt alles uit Europa volslagen onverwacht uit de hemel komen vallen. Als alles al geregeld is. Politici maken graag gebruik van het feit dat de Nederlandse pers niet of nauwelijks over Europa bericht. Ministers nemen met hun buitenlandse collega's besluiten in de Raad van Ministers, en doen het voor het in Nederland voorkomen alsof het ook voor hun allemaal als een grote verrassing komt. Geen journalist die ernaar kraait.

resultaten
In de peiling vroegen we het panel naar hun inschatting van de Europese begroting, de ontwikkeling daarvan en de Nederlandse bijdrage daaraan. Van enkele deelnemers kregen we een licht geïrriteerde reacties: weet ik veel. We kunnen deze mensen gerust stellen: je bent niet de enige. De Europese begroting is in de afgelopen 15 jaar veel sterker gestegen dan op grond van de groei van het aantal lidstaten en hun bruto nationaal product (omvang van de economie) verwacht kan worden, omdat de EU steeds meer bevoegdheden en verantwoordelijkheden krijgt. De begroting is gestegen van bijna 50 miljoen euro in 1990 met 12 lidstaten naar bijna 100 miljard euro met 25 lidstaten in 2005. Slechts 20% van de deelnemers wist deze vraag goed te beantwoorden.

Ook vroegen we de deelnemers een inschatting te maken van de omvang van de Europese begroting. Ter referentie gaven we de omvang van de Nederlandse inkomsten en uitgaven op de rijksbegroting, respectievelijk 123,7 en 134,4 miljard. Iets minder dan 20% koos het juiste antwoord van 93 miljard uit de vijf mogelijke opties. Bijna 80% schatte de begroting meer dan twee keer zo hoog, en bijna 60% drie tot acht maal hoger.

Ten opzichte van van andere EU-lidstaten draagt Nederland per inwoner meer bij dan gemiddeld. Gebaseerd op de bijdragen van 2004 en de bevolkingscijfers van 2002 van alle 25 EU landen draagt Nederland €338,96 per inwoner bij tegenover een gemiddelde van €217,77. Ook ten opzichte van het bruto nationaal product (BNP) is de Nederlandse EU-bijdrage hoger dan dat van de gemiddelde EU-lidstaat. Berekend over de 25 landen ligt de bijdrage van Nederland ten opzichte van het BNP op ongeveer 124% van de gemiddelde bijdrage van de EU-lidstaten. In tegenstelling tot de eerdere vragen wist maar liefst 95% het juiste antwoord op de eerste vraag en een ruime 70% wist ook dat Nederland meer bijdraagt ten opzichte van het BNP. Dit is dan ook uitgebreid in het nieuws geweest toen het kabinet het verlagen van de Nederlandse bijdrage tot speerpunt maakte. Het belang dat het kabinet hecht aan heb begrotingsbeleid werd echter niet gedeeld door het panel. Slechts 3,3% gaf aan het begrotingsbeleid het belangrijkste thema voor de EU te vinden en meer dan 80% zei 'nee' op de vraag of dit 'ook een belangrijk thema' was.

Waar zit de kennis (niet)?
Wanneer de uitkomsten van de kennisvragen worden uitgesplitst naar politieke partij blijken de ChristenUnie/SGP stemmers, en in mindere mate D66 stemmers, veel beter op de hoogte van de ontwikkeling van de EU begroting dan anderen. Een meerderheid van de LPF kiezers koos voor de 'instinker' waarin ook werd gezegd dat de omvang van de begroting veel sterker was gestegen dan verwacht kan worden, maar met de groei van de ambtelijk apparaat en de Europese bureaucratie als oorzaak.

Ook opvallend was dat de twee hoogste inkomensgroepen beduidend lager scoren op kennis van de ontwikkeling van de begroting dan de twee laagste inkomensgroepen. De verklaring hiervoor is waarschijnlijk het feit dat in de laagste inkomensgroepen ook veel studenten zitten. Mensen uit de hoogste inkomensgroep, meer dan twee keer modaal, en zelfstandig ondernemers zitten er het vaakst naast. Opleiding blijkt nauwelijks een rol te spelen. Echter bij de omvang van de begroting liggen de uitsplitsingen naar partij, inkomen en beroepsgroep anders. Deze onsamenhangendheid is het meest interessant.

Conclusie
Juiste beantwoording van de vraag over de hoogte van de Europese begroting blijkt niet samen te hangen met juiste beantwoording van de vraag over de ontwikkeling van die begroting. Ook voor andere kennisvragen geldt dat een juist antwoord op de ene vraag niet samenhangt met een juist antwoord op een andere. Omdat de vragen inhoudelijk wel gedeeltelijk van elkaar afhankelijk zijn mag daaruit worden afgeleid dat de kennis over de EU niet zozeer onjuist is, maar afwezig. De kennis is niet alleen gering, maar ook niet consistent.
Antwoorden zijn dus niet gebaseerd op een redenering, maar hoogstens op 'horen zeggen' of een gokje.

Commentaar? Ja graag!

Ga in gesprek met